Zomersalon rond Het veer van Istanbul,
Irene van der Linde en Nicole Segers in gesprek met Bart Top
Donderdag 17 juni 2010, Art Cage / Mezrab, Amsterdam
Was er maar eerder een boek zoals Het veer van Istanbul verschenen, besloot interviewer Bart Top zijn inleiding. Het zou hem hebben geholpen de vele richtingen in het Turkse politieke landschap te duiden. ‘Het boek waarover we het vanavond hebben, is wat mij betreft een geweldige introductie en vervolgcursus over de Turkse politieke situatie.’
Foto: Nicole Segers
De journalistieke reis van Irene van der Linde en Nicole Segers – waarvoor ze een jaar in Istanbul verbleven – heeft geresulteerd in een lijvig boek. De verhalen waarin ze verschillende inwoners van Istanbul volgen, en de sfeervolle foto’s dragen een sterk eigen karakter. Ze zijn te beschouwen als op zichzelf staande producties. Samen gebundeld versterken ze elkaar op een vanzelfsprekende manier. Het is deze ongekunstelde, terloopse eenheid die het boek verrassend en helder maakt. Hun manier van samenwerken creëert automatisch een gelaagdheid en diverse manieren van kijken.
Symbolische grens
Bart Top stelt voor te spreken over hun werkwijze, stijl en toekomst. Het centrale uitgangspunt ontstond in 2008, heel veel onderzoek. Ze kozen voor dezelfde methode als voor hun vorige boek Het einde van Europa. Hiervoor reisden ze langs de nieuwe rand van de Europese Unie – zo’n vijfduizend kilometer lang – om zo de immensheid van het nieuwe EU imperium te ervaren. Dat is voor Irene en Nicole dé manier om beelden van de sfeer van de verschillende landen en hun geschiedenissen te kunnen vangen. Voor hun nieuwste boek vormde zich als invalshoek de relatie tussen Europa en Turkije, met de Bosporus als symbolische grens en de veerponten als fysieke verbinding. Deze metafoor staat consequent centraal. Het boek begint ook aan de Bosporus; in het Hazelnotenpark met de ontmoeting met Kübra, een van de hoofdpersonen.
Segers en Van der Linde ontmoetten in Istanbul veel meer mensen dan in het boek terecht zijn gekomen. Irene: ‘Het is makkelijk om met mensen in contact te komen, er heerst een open sfeer. Het opbouwen van vertrouwen kost meer tijd. Maar tijd hadden we. Dat is het grote voordeel van langere tijd ergens verblijven. We hebben zelf Turks geleerd en kunnen het allebei goed verstaan en redelijk spreken. Daarnaast hebben we Engels en Frans gebruikt. Alleen voor het interviewen van de veermannen hebben we een tolk gebruikt.’
Irene heeft de hoofdpersonen geselecteerd op basis van journalistiek Fingerspitzengefuhl. Het klikt of het klikt niet. Ook was het soms een kwestie van toeval. Ze noemt als voorbeeld de sopraanzangeres Ece van wie ze een huis huurden in Ayaspasa, aan de Europese zijde van de stad. Direct zaten ze in een historisch decor. Ze schrijft: ‘Het voelt alsof ik in de tijd ben teruggezet. We wonen tussen meubels die stammen uit de tijd van Atatürk en zijn achtergelaten, samen met stapels fotoalbums die in de kasten staan en de fotolijstjes die aan de lichtblauwe, lila en paarse muren hangen.’ (p. 31)
Irene besefte gelijk dat het contact het Ece een cadeautje was, dat haar verhaal in het boek thuishoorde. Het staat haaks op de manier waarop bijvoorbeeld Kübra in dezelfde stad leeft: vrijwel alsof ze nog in haar dorp woont maar dan in Istanbul. Bart noemt het de clash of civilazitions binnen een stad.
Verrekijkers
Bart vraagt naar de verhouding tussen tekst en beeld: is de rol van fotografie in het boek vooral voor de sfeer en poëzie? Of ook bedoeld om de spanning tussen Oost en West te laten zien? Het boek opent bijvoorbeeld met een fotoserie die Nicole met haar Leica gefotografeerd heeft door de verrekijkers langs de Bosporus. Daarmee kun je naar de overkant turen, tegen betaling van 1 lira. ‘Istanbul is een drukke stad, er zijn overal mensen op straat, je wordt de hele tijd aangesproken en naar binnen gelokt. Dwars door die stad loopt een enorme zeestraat. Dat heeft grote consequenties voor de stad. Het levert vertraging op. Middenin die drukte, is op het water alles stil. Je zit dan gewoon dertig minuten op een boot. Je ziet de stad, je ziet de grote oceaanstomers met Chinese tekens erop.’
De foto’s lijken door een trechter te kijken en hebben daardoor iets afstandelijks, iets donkers. Nicole raakte geheel in de ban van de verrekijkers en heeft de locaties opgevraagd. Met die lijst en een zak vol lira’s is ze gedurende een maand alle verrekijkers afgereisd. Nicole: ‘Ik noem mezelf documentair fotograaf want ik wil lang naar iets kijken en daar hoeft geen linair verhaal uit te komen. Ik maak geen reportages. Mensen zien poëzie in mijn foto’s, dat schijnt erin te zitten. Dat is mooi meegenomen,’ besluit ze nuchter.
Kijkje in werkkamer
Tijdens hun verblijf in Istanbul hebben ze geen schrijftijd of dagen in de donkere kamer ingelast. Als je dan toch in Turkije bent, moet je niet binnen blijven zitten maar naar buiten, vonden de vrouwen. Ze trokken gezamenlijk op en zijn ook veel afzonderlijk op pad gegaan. Nicole: ‘Voor mij was het moment van actie daar, tijdens het verblijf in de stad. Daar moest het gebeuren. Daarna, eenmaal weer thuis, was het vooral selecteren.’ Voor Irene lag het zwaartepunt weer terug in Amsterdam: de duizenden aantekeningen in de stapels notitieblokjes verwerken en ordenen en tot mooie, logische verhalen orkestereren.
Bart vraagt een nader kijkje in de werkkamer, aan het bureau van Irene. Hij vertelt over een passage die begint op pagina 213. Irene beschrijft haar reis met de pont. Ze vaart langs de universiteit, beschrijft het gebouw, de krijsende meeuwen, en denkt vervolgens terug aan het gesprek met een hoogleraar over de politieke geschiedenis van Turkije. Dat alles onder de kop Politiek. Hoe komt zo’n beeldend fragment tot stand? Is het narratieve journalistiek, literaire non-fictie?
Irene: ‘Ik had het interview met de hoogleraar gedaan. We waren in Turkije tijdens een stormachtig politiek jaar. Er waren verkiezingen geweest, het leger had gedreigd met een coup, er kwamen nieuwe verkiezingen en de AKP won een grote meerderheid van de stemmen. Ik probeer in het boek de grens met Europa te laten zien. Ik was op een punt aangeland waarin ik behoefte had aan reflectie. Dus ik leg tijdens het schrijven al mijn notitieboekjes bij elkaar. En deze hoogleraar had een atypische mening. Hij was niet alleen maar tegen de AKP bijvoorbeeld. Hij had een analyse van buitenaf dus was heel geschikt om op te voeren op dat moment.’ Is dat dan knap in elkaar geschoven of ook verzonnen? ‘Nee, ik heb niks verzonnen. Het is echt zo gebeurd. Ik stond op die pont en dacht terug aan het gesprek met hem toen ik langs de universiteit voer.’
Vanuit hun beider specialismen – journalistiek en fotografie – beïnvloeden ze elkaar wederzijds. Irene komt op plaatsen waar ze anders niet zou komen. ‘Als journalist heb je vaak afspraken. Zomaar rondhangen en wachten op een moment doe je niet zo vaak.’ Ze leert op een andere manier kijken. Nicole op haar beurt kijkt op haar gemak rond in een huis. Nicole: ‘Het is heerlijk om niet te hoeven praten. Terwijl Irene het gesprek voert, duik ik de keuken in, of de slaapkamer.’ Uiteindelijk vertellen ze elk hun eigen verhaal. Het beeld is geen directe illustratie van de tekst en andersom.
Veel Europa’s
Hoe gaat het volgens de makers verder in Turkije? Wat is een groter gevaar: het militairisme of het islamisme? Irene: ‘We hebben de situatie neutraal beschreven en alle visies proberen te belichten.’ De kemalisten, gesteund door het leger zijn lang aan de macht geweest. Dat is nu niet meer het geval. Volgens Irene heeft dat te maken met migratie: er zijn nu mensen betrokken bij de politiek die voorheen nooit stemden. De relatie met Europa is complex: ‘De AKP wordt gesteund door Europa en tegelijkertijd wijst de Europese Unie Turkije’s lidmaatschap af, omdat het te islamitisch zou zijn. Europa speelt een rol in de polarisatie binnen Turkije. En ik heb gemerkt dat er ook veel Europa’s zijn.’